Mirjam Schottelndreier en Maarten Albers "De lastige ouder is zo gek nog niet" Volkskrant 18 feb 2022,
www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-lastige-ouder-is-zo-gek-nog-niet~b236fc8d/
Bronnen
Straat
cultuur
cultuur
Theorie
spelen en omwegen
De kleine catalogus van de collectie van het S.M.A.K Gent. Mooie manier van kunsteducatie. Kinderen mogen zelf kunst aanpassen/ verbeteren op reproducties van de kunstwerken.
Makers/doeners
Fröbel
ouders
De voorspong van voorlezen

Als een ouder zijn of haar kind voorleest is dat een moment van gezelligheid en geborgenheid. Zulke situaties zijn vast en zeker goed voor de emotionele ontwikkeling. Maar voorgelezen worden komt ook de taalontwikkeling ten goede en dat is weer gunstig voor de woordenschat en het leren lezen. Dat is de conclusie die Amerikaanse psychologen trekken op basis van hun onderzoek.

Uit een door hen gehouden enquete was tot hun schrik gebleken dat één op de vier ouders hun kind nooit voorlazen en nog eens één op de vier hooguit één keer per week. Dat kon volgens hen niet anders dan een nadeel zijn voor de taalontwikkeling in vergelijking met kinderen die wel werden voorgelezen en dus begonnen ze aan een telonderzoek.

Met behulp van bibliotheekgegevens maakten zij een lijst van 100 meest gelezen boeken voor kinderen van één tot vijf jaar. Ze kozen daaruit 30 dikke kartonnen boekjes met simpele afbeeldingen en een paar woorden, typische leesstof voor kinderen tot een jaar of drie en 30 plaatjesboeken met verhaaltjes, geschikt tot een jaar of vijf, dus tot het zelf leren lezen begint. In de eerste groep boekjes stonden gemiddeld 140 woorden, in de tweede gemiddeld 228. Zowel nieuwe als herhaalde woorden.

Gewapend met deze gegevens rekenden zij uit hoeveel woorden een kind dat werd voorgelezen in de eerste vijf jaar van zijn of haar leven had gehoord, afgezien van de dagelijks gesprekjes in het gezin. Daarbij namen zij aan dat ouders die zeiden nooit voor te lezen dat misschien toch wel eens in de maand zouden doen.De resultaten zijn indrukwekkend:

‘Nooit’ voorgelezen: 4.662 boekwoorden in de eerste vijf levensjaren
Eén of twee keer per week: 63.570 woorden
Drie of vier keer per week: 169.520 woorden
Dagelijks: 296.660 woorden.

Dat verschil tussen 4.662 en 296.520 is nogal schrikbarend, het geeft sommige kinderen zo'n voorsprong op andere. In boekjes komen bijvoorbeeld allerlei woorden voor die in de dagelijkse omgang nauwelijks worden gebruikt. Kinderen horen over penguin, ijsbeer, appelboom, theevisite, paddestoel, aan boord stappen enzovoort. Ook raken zij vertrouwd met letterbeelden.

Daarbij komt dat het vooral ontwikkelde ouders zijn die vaak voorlezen. En uit allerlei onderzoek is gebleken dat juist ook die ouders door de dag genomen veel meer praten met hun jonge kinderen vergeleken met weinig ontwikkelde ouders. Dat is dus een dubbelop effect ten gunste van de groeiende woordenschat, waarmee zij de basisschool binnenstappen om te gaan leren lezen.

onderzoek
https://www.kijkopontwikkeling.nl/vraag-en-antwoord/wanneer-kunnen-kinderen-knippen/
home
bronnen en bijlages
Website Vos

De Bouwkeet heeft tijdens de lockdowns drie pakketten uitgedeeld aan kinderen in de wijk. Kinderen die normaal al ingeschreven stonden bij de Bouwkeet. Naam en adres waren dus al bekend. De pakketten hadden voornamelijk materialen die kinderen niet thuis hadden zoals krimpfolie of een tangetje.
Er werd via mail om feedback gevraagd. Eerste periode 90 pakketten 20 reacties, later zelfs minder. Kinderen vertelden pas bij terugkomst dat ze het leuk vonden.
Ouders brengen en halen kinderen vaak bij de lessen. Veel contact met ouders/ Bouwkeet.
Bevinding is dat er zeer weinig creatief materiaal is en dat het ook niet heel erg op waarde wordt geschat bij jonge kinderen.
Bouwkeet heeft een kinderpanel ( het expert team ) dat om raad wordt gevraagd. Voorstel van expert Team was om communicatie in meerdere talen te doen, maar taal in Bouwkeet is Nederlands.
Voorstel om pictogrammen en beeld materiaal te gebruiken.

De onwijze moeders is een buurt initiatief om moeders meer te betrekken bij schoolse activiteiten en de buurt. Op de Valentijnschool is een ouderkamer waar ouders en Sahila bij elkaar komen. Voor de ouders is er huiswerk om samen met de kinderen te maken, geheel in het Nederlands.Moeders krijgen werkbladen mee, honderd procent feedback.Uitleg aan moeders is één op één. Veel excuses om niet met de kinderen te tekenen of andere creatieve uitingen. te vies, geen tijd of het belang wordt totaal niet gezien.Het draagt niet bij. Ouders hebben genoeg toegang tot moderne media zoals QR/ internet. Tips voor continuatie en niet in een hoekje van de kamer belanden. Stickers en grabbelton. Tip inhoud, koppel het aan iets wat er thuis is.bv kruiden.
In de ouderkamer is er plek om ook pakketten te verspreiden onder moeders van jonge kinderen.
Ook in de ouderkamer, introductie "les" voor de moeders. Ik ga het gesprek aan en probeer propaganda te maken voor het belang van de pakketjes.

Punt 5 is een buurt gedragen, wijk atelier waar schoolkinderen en buurt kinderen lessen en creatieve workshops krijgen. Marion heeft een goed overzicht over de kinderen (en ook de jongere) in de wijk en weet wat er speelt. Wat hebben de kinderen nodig? Punt 5 werkt intensief samen met de cultuur coaches.Punt 5 zit al erg lang in de wijk, er zijn al ouders die als kind al lessen kregen. Contact is erg breed. Meeste kinderen worden gebracht, één op één contact. Veel uitleg aan ouders waar ze mee bezig zijn ( wordt benoemd als bewerkt ). belang wordt niet helemaal gezien. Diploma's worden gebruikt als lokkertje. Tijdens lockdown ook pakketjes uitgedeeld aan kinderen, ook via de scholen die zijn aangesloten. Treurig detail, nieuwe kleurpotloden in doosjes of meegegeven kunstwerkjes met lijsten werden verkocht op Marktplaats.
Contact wordt ook gezocht via voicemail naar telefoon kinderen, spraakbericht wordt ingesproken. Afgeraden wordt extra taal.
Team Toekomst
Werkt samen met basisscholen in de wijk.
Nauw samen met de activiteiten- en zorgaanbieders in Delfshaven.
Zij helpen elk kind met een op maat gemaakt plan.
De inzet richt zich op de lange termijn.
Ze zorgen ervoor dat de resultaten meetbaar zijn..
Team Toekomst werkt ook met een monitor systeem, tijdens de lockdowns was TT ook erg actief in de wijk met thuis hulp. ( ik als fotograaf )
https://www.kinderfysiotherapiebarneveld.nl/sensomotorische-integratie/
http://www.sensomotorische-integratie.nl/Els-rengenhart.htm

tergoherapeute gespecialiseerd in het behandelen van kinderen met problemen in de sensomotorische integratie, sensorische integratie of sensorische informatie verwerking.
Netwerk
onderzoek Hanneke Poot-van der Windt. Sensomotorische ontwikkeling in een breder perspectief.
Het aanleren van de pengreep voor het naar schoolgaan wordt al aangeraden. Oog-handcoordinatie oefenen en het belang van op tijd kunnen stoppen met een beweging. Het belang van symmetrie.
" Bied het kind alles in symmetrie aan. Laat het met twee handen eten, geef het twee potloden, twee stiften, etc. Geef het kind de tijd om in zijn eigen ritme te komen en op zijn eigen wijze de dingen te doen." ( remedial teacher Psychomotoriek )
vingerverf, scheerschuim, klei wordt aanbevolen om de duim tegenover de vingers te ontwikkelen.
bron Sensopatisch spel Sharon Vleugel- Ruissen uitgeverij Garant 2012

Over het te weinig aanbieden van sensopatisch spel.
Het sensopatisch spel is het spelen met omgevormde materialen, zoals o.a zand, water, verf en klei. Maar ook minder voor de hand liggende materialen zoals rijst, scheerschuim, meel, kralen en peulvruchten kunnen gebruikt worden. Het is belangrijk dat het materiaal steeds opnieuw wordt beleefd. Alle zintuigen - zowel het voelen als ook het zien, horen, ruiken en proeven- kunnen aan bod komen. Ook kunnen meerdere zintuigen tegelijkertijd geactiveerd worden.
'Het woord sensopathisch is een samenvoeging van 'sensor', het sensorisch opdoen van zintuiglijke indrukken, empatisch' het ondergaan. ( van Rosmalen 2007 )
Sensopatisch spel is veilig. ( geen doel of einddoel behalve spelen. )
"we zien ook dikwijls hoe vanuit het lekker sensopatisch knoeien een verbeeldend spel kan groeien." Hellendoornet al
( blz 81, 2002 )

https://www.eduvip.nl/cms/files/Knip-uitleg-boekje.pdf

Hier staat alle theoretische en praktische onderbouwing betreffende knippen.
Helikopter-ouders en kasplant-kinderen ( hoe zit dat in Bospolder-Tussendijken? weinig ouder betrokkenheid )

Zo worden ze wel genoemd: ‘helikopterouders’. Ouders die alles voor hun kinderen regelen en er prat op gaan dat ze alles voor hen over hebben.

Zij moeten niet worden verward met overbeschermende ouders, die allerlei mogelijke narigheid voor hun kinderen willen voorkomen. Zij zijn niet op zichzelf gericht, maar op hun kind, ook al maken ze die door hun aanpak nogal eens weerloos tegen moeilijkheden die onvermijdelijk komen.
Helikopterouders daarentegen dienen volgens Amerikaanse onderzoekers vooral hun eigenbelang. Kinderen moeten bijdragen aan hun gevoel van succes. Ze komen volgens hen dan ook vooral voor in de midden- en hogere sociale klassen.

Natuurlijk wil je je kinderen zo veel mogelijk meegeven. Een brede ontwikkeling is belangrijk voor hun toekomst. Maar voor helikopterouders blijft het daar niet bij. Zij begeleiden hun kinderen niet in de zoektocht naar wat het beste bij hen past. Zij regisseren het leven van hun kinderen waardoor die geen gelegenheid krijgen zelf te ontdekken wat ze kunnen en willen.

Op den duur weten de kinderen niet beter dan dat ouders nu eenmaal bepalen wat ze moeten doen en laten. Als zij zich bij het groter worden problemen ook de hals halen, springen hun ouders te hulp en geven anderen de schuld. En als hun kind op school niet aan hun hoge verwachtingen voldoet, komen zij beklag doen bij de leraar, die kennelijk te kort schiet in de manier van lesgeven.
Een onderzoeker noemt hen ‘kasplant kinderen’. “Als bijzondere bloemen groeien ze op onder gecontroleerde condities. En net als die bloemen verleppen ze, zodra die condities er niet meer zijn.”
In de jonge volwassenheid lopen zij de kans op een laag gevoel van zelfvertrouwen om hun leven naar eigen idee vorm te geven, ‘mastery’, lage sociale vaardigheden en neiging tot depressie.
Dat bleek althans bij een onderzoek onder 302 studenten tussen 18 en 24. Zij vulden via internet uitgebreide vragenlijsten in over allerlei opvoedingssituaties, zoals zij zich die uit hun kindertijd herinnerden. Daaruit konden onderzoekers diverse opvoedingsstijlen onderscheiden, ook die van helikopterouders. Daarnaast vulden zij ook vragenlijsten in over hun welbevinden nu.
Er werd een duidelijk verband gevonden tussen helikopter-opvoedingsstijl en laag zelfvertrouwen, allerlei vormen van onzekerheid en depressieve gevoelens.
In een ander onderzoek onder 427 studenten van de dezelfde leeftijd bleek bovendien een verband te bestaan tussen vaderlijk helikopter-gedrag en studie-burnout.



Bron: Kristin Moilanen & Mary Lynn Manuel, Helicopter Parenting and Adjustment Outcomes in Young Adulthood: A Consideration of the Mediating Roles of Mastery and Self-Regulation. Journal of Child and Family Studies, 28, 8, 2145-2158.

Ross May: Helicopter Parenting, Self-Control, and School Burnout among Emerging Adults. Journal of Child and Family Studies online, 21 september 2
Saïda Ouariou en Fatma Yilmaz beide van Team Toekomst. Allebei ouder, buurtgenoot en professional .Uitkomst gesprek, enthousiasme over de relatie ouder kind in het project. In veel culturen in de wijk wordt zo goed als niets met de kinderen gedaan. Ook de sensorisch motorische oefeningen juichen ze toe. Team Toekomst heeft wel met events activiteiten voor groep 1/2 maar daar lopen ze ook tegen de achterstand op.
Er is VEEL achteraf contact met de ouders na events, met veel follow up. Er wordt gestreefd om het zo laagdrempelig mogelijk te houden. Het veelvuldig investeren in de kinderen levert veel op, ouders zien resultaat en beseffen het belang van creativiteit en sport.

Contact tip. What's app QR is twijfel over, meestal what's app en dan kunnen er meteen filmpjes doorgestuurd worden. Mail werkt volgt TT niet.
TT is intermediair voor 19 partijen in de wijk!
TT wil de pakketjes ook meteen weg zetten.

o ja, zakelijke telefoon voor de What's app!
Ongelofelijk resultaat
leeropbrengst ouder/ kind
Ik ben er achter dat de combinatie ouder/ kind en motorische ontwikkeling behoorlijk triggered bij alle partijen die ik bevraagd heb tot nu toe. Op dit gebied is er niets in de wijk en er is veel achterstand. Ik ben hoopvol dat mijn micro initiatief effect kan hebben in de wijk.
Thuis cultuur.Hoe zit dat eigenlijk bij de conservatieve tak van ouders? Hoe staan zij in de Nederlandse samenleving? Het breekt mijn hart dat er veel kinderen in mijn wijk zonder ontbijt naar school gestuurd worden of het aantal kinderen met erg slechte gebitten. Ik heb natuurlijk weer het meeste contact met de betrokken moeders. ( vaders zijn bijna niet in beeld.)
Hoeveel invloed heeft de straatcultuur op de kleuters in de wijk. Als er een stapeltje papiertjes ligt, wordt er al heel snel een rap act opgevoerd door de kids terwijl ze mijn money mijn money zingen. Ook al is dit boek al wat ouder, het geeft een goede indruk van de solide basis die de straatcultuur heeft in de wijk. Vooral het conflict tussen Thuis cultuur, school cultuur en de cultuur van de straat is duidelijk.
Redelijk obvious waarom dit er bij staat, goede bedoelingen leiden niet altijd tot goed resultaat. Waar sta ik met mijn goede bedoeling als witte, middelbare man?
nog één van de usual suspects.De opdrachten die schijnbaar zonder doel zijn en de leerling zelf tot actie aanzetten zijn een grote inspiratie. Op PO is mijn strijd tegen schoolkunst groot, gelukkig wordt ik wel gesteund door de school waar ik werk.
Grappige voorbeelden.Vaak leid absolute vrijheid tot besluiteloosheid en frustratie bij kinderen.Ik onderzoek in hoeverre je wel kan sturen door bijvoorbeeld strakke regels, maar wel juist de vrijheid kan bieden.
Ik grap zelf wel vaak over de 20e eeuwse vaardigheden, maar ben verbaasd over de actuele urgentie van de basis ideeën van Fröbel.Staat ook aan de basis van mijn project.
HELLA JONGERIUS,Kinderen moeten leren plakken, knippen, maken NRC 1 april 2022
https://www.nrc.nl/nieuws/2022/04/01/wijzer-designers-spelen-een-bijrol-a4103133.
www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-lastige-ouder-is-zo-gek-nog-niet~b236fc8d/
Dit onderzoeksartikel bekijkt ook nog eens de andere kant van het spectrum. Hoe beïnvloed het steeds maar naar de smartphone en tablet grijpen als opvoed middel de ontwikkeling van het jonge kind? Dit in combinatie van het gebrek aan motorische vaardigheden is om erg treurig van te worden en bewijst ook wel de urgentie van mijn onderzoek.
Dat er minder schermtijd moest zijn en dat kinderen meer buiten moeten spelen was natuurlijk allang bekend, maar de combinatie van verschillende factoren, de optelsom daarvan is verontrustender dan ik dacht.

Interactie tussen ouders en kind is cruciaal. Vaak wordt een scherm aangeboden om contact te vermijden. Onderzoek naar leeropbrengst toonde juist aan dat als er sprake is van interactie met ouder de leeropbrengst enorm veel hoger is.
Net zoals de school geen babysitter is, zo moet het scherm ook niet gezien worden als de elektronische versie daarvan. Het kan natuurlijk prima ingezet worden als leermiddel.Terecht wordt Sesamstraat natuurlijk ook aangehaald in het artikel, voor onderzoek met BURRO kwam ik daar ook op uit.
Relationship between Screen-Time and Motor Proficiency in Children: A Longitudinal Study
Cadoret, Geneviève; Bigras, Nathalie; Lemay, Lise; Lehrer, Joanne; Lemire, Julie
Early Child Development and Care, v188 n2 p231-239 2018
Onderzoek, leren, voorschoolse vaardigheden, OESO.
Over de fout om een curriculum op te zetten voor kinderen tot 6 jaar.
" Inde jongste jaren, tot zes jaar wordt het zelflerende brein gevormd en leren ze de vaardigheden aan die ze nodig hebben om daarna te kunnen leren op school. Maar daarvoor wordt het fundament gebouwd."
Natuurlijk ook Maarten Bel gevraagd, hoe krijg je de interactie van de pakketjes en hoe voorkom je dat ze in de hoek van de kamer belanden. Intrinsieke motivatie houden. Ook over een extra artistieke lading door ouders het gesprek aan te laten gaan over het resultaat.
de wijk
Samenstelling van Bospolder- Tussendijken.
opleidings niveau, samenstelling bewoners etc.
https://allecijfers.nl/wijk/delfshaven-rotterdam/
logboek
https://delfshavencooperatie.nl
Gesprek gehad met Yolanda Libregts van Heutink, leverancier en producent van schoolartikelen en leermiddelen voor heel Nederland. Voorgesteld als pitch om Heutink een serie van vier of vijf pakketjes te laten produceren om als één deal aan te bieden aan basis scholen in heel Nederland. De pakketjes worden ingekocht door de school om ze door de leerkrachten op de peuter/ kleuter groepen aan de ouders aan te bieden.Toch één op één, maar wel macro uitgerold. Ik deel de pakketjes dan ook niet meer uit, maar de betrokken docent.
Op de pakketjes kan dan natuurlijk een sticker met de naam van de school er op. Ik kwam op dat idee omdat de directeur van de Valentijnschool wel heel makkelijk 200 extra pakketjes bestelde voor alle peuters met de naam van de school erop.
De ontwikkelaar van Heutink was enthousiast en neemt het mee naar de volgende team meeting en stelt het voor als een te realiseren product.Stelt wel voor om krijtjes te vervangen door driehoeks krijtjes ivm met beter aanleren potloodgreep.

https://www.heutinkvoorthuis.nl
onderzoek interview Yolanda Libregts Heutink
https://gelijkekansenindeklas.nl/hoofdstuk/cultureel-en-sociaal-kapitaal/
Artikel met heel veel bronnen gekoppeld aan de documentaire serie klassen over sociaal en cultureel kapitaal
Cultureel kapitaal
Het begrip cultureel kapitaal werd voor het eerst omschreven door de Franse socioloog Pierre Bourdieu. Hij introduceerde deze nieuwe vorm van kapitaal omdat hij geloofde dat de impact van kapitaal verder strekt dan alleen financieel kapitaal, een relatief nieuwe gedachte voor de jaren ’80 van de vorige eeuw. Cultureel kapitaal staat voor alle kennis, opleidingen en vaardigheden die een persoon bezit, bewust en onbewust. Het gaat om titels en certificaten, zoals je middelbareschooldiploma of een taalcertificaat, maar ook om bepaalde gedragingen en je manier van kleden en praten. Cultureel kapitaal is niet altijd tastbaar en daarom is het lastig om te meten hoeveel cultureel kapitaal een persoon bezit (in tegenstelling tot bijv. inkomen). In Bourdieu's tijd waren veel mensen ervan overtuigd dat het vrij toegankelijk maken van onderwijs genoeg zou zijn om kinderen te laten klimmen (Bourdieu & Passeron, 1970).
De hoeveelheid en het soort cultureel kapitaal dat je bezit is sterk afhankelijk van je opvoeding en je erfenis (dat wat je meekrijgt vanuit huis). Zeker omdat bepaalde vormen van cultureel kapitaal (de manier waarop je praat, de manier waarop je kleedt) niet tastbaar of telbaar zijn en deels onbewust worden verzameld (van den Bergh, Denessen & Volman, 2020).
Als jongeren van school af komen moeten ze een zekere mate van eigenaarschap over hun leven ervaren en hun eigen unieke kwaliteiten kennen (persoonsvorming). In het vervullen van deze functies is het aanleren en verkrijgen van sociaal en cultureel kapitaal een essentieel onderdeel
Biesta,Persoonsvorming in het onderwijs: Socialisatie of subjectificatie? 2017 http://curriculumvandetoekomst.slo.nl .
Weininger en Lareau, twee Amerikaanse onderzoekers die Bourdieu in een moderne context plaatsen, stellen zelfs dat docenten neigen lagere verwachtingen te hebben van kinderen die geen interesse tonen in bijvoorbeeld kunst of musea. Volgens hen loopt een kind zo dus het risico als minder succesvol bestempeld te worden in het onderwijs, omdat hij of zij een specifiek gewenst kapitaal niet bezit. Terwijl een kind wel slim genoeg is en heel hard werkt.
(Weininger & Lareau, 2003)
Pjotr Jakovlevitsj Galperin (Russisch: Пётр Яковлевич Гальперин) (Tambov, 2 oktober 1902 - Moskou, 25 maart 1988) was een Russisch psycholoog.

Galperin werkte de theoretische uitgangspunten van Vygotsky over de ontwikkeling van intelligentie verder uit. Hij stelde een stappenplan op dat gebruikt kon worden in het onderwijs voor het leren van mentale handelingen. Zijn theorie wordt wel de trapsgewijze ontwikkeling van mentale handelingen genoemd waarin vijf niveaus worden onderscheiden.

De eerste stap is de oriëntatie. Wat is het doel van de gehele handeling? Kan de handeling worden uitgewerkt in deelhandelingen? Welke methode kan worden toegepast om de handelingen te leren?
De tweede stap is het uitvoeren van de handeling in materiële deelstappen en ten slotte in zijn geheel. Er wordt dus gebruikgemaakt van materiaal.
Bij de derde stap worden de materiële deelstappen en de hele handeling verbaal begeleid. Eerst met de objecten en ten slotte zonder de objecten. De stappen worden eenvoudiger.
De vierde stap is het uitvoeren van de handeling zonder objecten en met onhoorbare innerlijke spraak. Er kunnen verkortingen zijn, deelhandelingen kunnen geautomatiseerd zijn.
In de vijfde stap is de handeling verinnerlijkt. Er zijn sterke verkortingen, of er is zelfs direct resultaat. De handeling kan in een andere context worden uitgevoerd.
Tijdens het uitvoeren van de verschillende stappen wordt de leerling begeleid door een volwassene die feedback geeft, corrigeert en de werkwijze kan controleren. Op elke niveau kan de handeling worden beoordeeld op: de uitvoering van de handeling (is deze uitgebreid of verkort), de beheersing (is deze perfect en gecontroleerd of verloopt de handeling hortend en stotend) en ten slotte op generaliseerbaarheid (is de handeling beperkt inzetbaar of kan deze algemeen worden ingezet).
https://www.researchgate.net/profile/Wiel-Veugelers/publication/48322951_Grenzen_aan_de_
pedagogische_taak_van_de_docent/links/554b1bf00cf29f836c967005/Grenzen-aan-de-pedagogische-taak-
van-de-docent.pdf

Over de verantwoordelijkheid tussen ouders, school, jeugdzorg en politie.
Waar houdt de taak van school op en waar overlapt het de taak van de ouders.
onderzoek Verre Bergen
onderzoeks
vragen
Wat heb ik gelezen, wie heb ik gesproken?
Onderzoeks interview met Myra Christina Roza directeur Bouwkeet makers space
Onderzoeks interview met Sahila el Barkany, onwijze moeders Delfshaven.
Onderzoeks interview met Marion Rutten, oprichter
kinderatelierPunt 5.
interview met Saïda Ouariou en Fatma Yilmaz beide van Team Toekomst
Over denkkracht en noodzaak van spelen, het schoolrijp worden en de ontwikkeling van motorische ontwikkeling.
Over het verschil tussen spelend leren en lerend spelen.
Met medestudenten spontaan atelier bezoek bij Mark Manders gedaan.
Onderzoek naar "de omweg"en serendipiteit.
https://www.expoo.be/sites/default/files/atoms/files/00323081_vlas.pdf
onderzoek over armoede en de positieve effecten van voorschoolse voorzieningen voor kinderen in armoede.
Interressant om te zien dat de "baten" het hoogst zijn bij erg jonge kinderen, voor mij al een aanzet om naar peuters te kijken

https://www.expoo.be/sites/default/files/atoms/files/00323081_vlas.pdf
Jong beginnen dus!
Product
De onderwijs producent
Loes Viset van OBS de Vlinder, gelooft dat de pakketjes niet aangekocht zullen worden door scholen als het om peuters gaat.De pakketjes zijn wel erg welkom....
Gisela Brouwers van de Nicolaasschool, ook erg enthousiast, maar geeft vooral tips over verspreiding van de pakketjes. Vooral Peuter en co Zij hebben in heel Rotterdam peuterspeelzalen en hebben dus veel kinderen die in de doelgroep vallen. Kinderdagverblijven in Rotterdam zijn wellicht ook een optie.
Daarnaast is het misschien ook mogelijk om contact te leggen met de GGD? Kinderen gaan totdat ze 4 jaar zijn naar het consultatiebureau. Ook daar kijken ze naar de ontwikkeling van kinderen. Bij het bezoek kunnen ouders daar ook geïnformeerd worden over de ontwikkeling van de kleine motoriek en een pakketje meekrijgen.
Denk zelf nu om wel in de peutergroep uit te delen , maar wel pas aan de kinderen die bijna naar groep 1 gaan. Veel kinderen zijn toch nog echt te jong.
Samenwerking.

S . Ik had me voorgenomen om mij aan te sluiten bij mijn medestudenten op de Vierde verdieping die de groep als Peer zouden gebruiken en toch individueel zouden afstuderen. Bleek gecompliceerder dan gedacht. De groep bleek toch hechter dan ik aangenomen had. Mezelf toch onverwacht aangesloten bij groep BURRO. Daar na aantal weken ook weer van losgemaakt.

T Bij groep BURRO ging ik een veel te macro theoretische kant op en zij profileerden zich als onderwijs vernieuwers. Hoewel we in eerste instanties op grond van gezamenlijke doelen bij elkaar kwamen. Ik wilde op zoek naar mijn eigen kern, mijn drijfveer, mijn waarom. Micro impact om het maximale te bereiken.

A Hoewel ik zeker een goede BURRO lid was en productief heb samen gewerkt (Het was bijvoorbeeld mijn idee om het bureau om te vormen tot een fluïde vorm.) heb ik voor mijn eigen ideeën gekozen en ben ik alsnog verder gegaan met een eerste idee voor afstuderen. Ik wilde mijn kracht als buurt meester in zetten in het netwerk dat ik al goed kende.

R Ik heb door heel erg op mijn intrinsieke drijfveren te focussen, een zeer persoonlijk product ontwikkeld dat ondanks dat het heel micro is begonnen een groot macro effect zou kunnen hebben als het geproduceerd en verspreid wordt.

R Besluiteloosheid is een groot deel van mij. Paar maanden geleden officieel het stickertje ADD gekregen. Te lang blijven twijfelen over een besluit is toch iets wat blijft terug komen. Ben blij dat ik met de beslissing om alleen verder te gaan heb gekozen voor een goede samenwerking met mezelf.
Onderzoek

S. Ondanks een vertraging van een paar weken, in korte tijd veel onderzoek gedaan, mensen geïnterviewd en tot een helder beeld gekomen van de situatie. Onderzoek van project BURRO ook nog meegenomen. Vooral de koppeling met sociologie is erg bepalend geweest voor mijn eindresultaat. Ook opmerkingen van Mark Manders over vaardigheid en vrijheid hebben me op het idee gezet van het verbeteren van vaardigheden bij jonge kinderen.

T Hoe breng ik sociologie, onderwijs theorie, vaardigheden en kunsteducatie bij elkaar tot een educatief product? Het verbeteren van vaardigheden zorgt voor vrijheid om te maken en volgens mij dus tot verbetering van kunstonderwijs.

A Ik had al vrij snel een spoor, een idee dat ik kon toetsen en bevragen aan de professionals in mijn eigen wijk. Wat is er nodig? Wat is er? Hoe kan ik kunsteducatie inzetten om educatie en de wijk te verbeteren?

R Hoewel ik vanuit embodied knowledge met een nog niet onderbouwd idee ben begonnen, is het fijn om te merken dat ik met open onderzoek mijn ideeën kan onderbouwen en uit kan voeren. Ik heb een sterkere connectie met de praktijk en theorie dan ik dacht.

R Onderzoek is boeiend en verslavend. Belangrijk bij mij is dat ik me niet verlies in het vinden van bronnen, en nog meer bronnen. Ligt snel op de loer dat ik van bron naar bron spring en me niet echt verdiep.
Testen

S. Op werkvloer materiaal en vaardigheden testen gedaan met mijn eigen leerlingen en vrij snel prototypen van het eerste pakketje gemaakt en uitgedeeld in de wijk. Eerste instantie op vaste locaties en uitdelen ook door derden.

T Vrij snel pakketjes uitgedeeld en gehoopt op snel resultaat. Onderschat hoe cruciaal het bleek te zijn om persoonlijk uit te delen voor resultaat. Wilde wel meteen voorkomen dat de pakketjes in de hoek van de kamer kwamen te liggen.

A De onderwijs professionals waren unaniem enthousiast en nog steeds, maar het concept is niet wezenlijk veranderd sinds mijn eerste prototype alleen de inhoud.

R Hoewel vrij snel duidelijk was dat een deel van het probleem het betrekken van de ouders was, viel het me erg tegen dat van de 200 pakketjes die ik heb uitgedeeld er zo goed als niemand van de ouders feedback heeft gegeven. één op één op het schoolplein met mijn autoriteit als meester van de Valentijnschool had het beste resultaat en leidde tot mijn idee om het door de peuterdocenten zelf uit te laten delen.

R.Merkte in de buurt dat veel vrijwilligers en professionals moe en overwerkt waren. Raakte zelf soms ook wel gedemotiveerd door het gebrek aan feedback van de ouders. Voelde als het trekken aan een dood paard. Als je verandering wilt aanbrengen in een institutioneel probleem, heb je een lange adem nodig en een groot hart.
Ontwikkeling van product

S Onlangs mijn educatieve product gepitcht bij Heutink, producent en leverancier van leermiddelen.

T.Idee is om Heutink het product in de catalogus op te laten nemen, zodat scholen pakketjes met naam van de school erop kunnen bestellen en uit kunnen delen ( één op één) op school. Heutink is enthousiast.

A Bevraag scholen uit de wijk of ze het idee zien zitten en of ze het zouden aankopen en inzetten. Gratis zeker, ik mag het overal neerleggen.


R Op het ogenblik dus afwachten of het project profesioneel opgepakt wordt, op het ogenblik deel ik de laatste serie Kleier de Klei uit. Volgend jaar na de vakantie krijg ik kinderen in de klas die een pakketje hebben gekregen, heeft het uitgemaakt?

R. Tevreden over het organisch verloop van het onderzoeks kwadrant, belichaamde kennis ( mijn eerste ingeving ) kon ik snel toetsen aan de omgeving en een eerste prototype maken, terwijl ik me ondertussen op de theorie stortte.
Volgens mij zit ik op het juiste spoor en is het ook de juiste manier om het product aan de “school” te krijgen. Weet nog niet helemaal hoe ik dit ga uit rollen als Heutink niet door gaat. Ik heb zelf niet de mogelijkheid tot produceren. ThiemeMeulenhoff, Bekius, leermiddelen.nl, de Rolfgroep. Er zijn nog meer producenten. Verder project subsidie van Delfshaven Coöperatie in gedachten. Had zelf niet van tevoren bedacht dat ik dit zo groot zou willen aan pakken.
Reflectie educatief product Paul van der Blom. 1018465. 6 juni 2022
Reflectie
Leervragen

1 Hoe vind ik de balans tussen authentieke kunsteducatie en vaardigheden aanleren?

S. Het aanleren van vaardigheden staat ook in mijn takenpakket en ik vindt het zelf ook erg belangrijk dat kinderen vaardig zijn. Behalve een achterstand met vaardigheden hebben de kinderen in de wijk ook nog een grote sociale en culturele achterstand.

T. Mijn afstudeer project ( VOS pakketjes ) probeert hierop in te spelen door kinderen VOOR ze naar school gaan al kennis te laten maken met senso-motorische oefeningen, zodat de ruimte om authentieke kunst educatie te geven groter wordt. Het aandeel vaardigheden aanleren in de klas zou dan minder dominant zijn.

A Tot nu toe drie verschillende pakketjes ontwikkeld ( krijtjes, schaartjes en klei ) en uitgedeeld aan ouders in de wijk en aangeboden bij een ontwikkelaar van leermiddelen om landelijk uit te rollen.

R Heel veel pakketjes uitgedeeld door de wijk. Meetbaar is het nog niet. Bevraag de ouders hoe het gegaan is, maar hoop wel volgend schooljaar al kinderen te treffen die al wat beter kunnen knippen. Professionals zijn erg enthousiast over het project.

R Nu ik een bijna een jaar bij de Valentijnschool werk, merk ik dat ik veel steun heb van de collega’s en schoolleiding. Door die vrijheid in mijn zoektocht naar kunst als middel en niet als “doel” denk ik wel dat ik de balans wel bijna gevonden heb. Volgend jaar de puntjes op de i.




2 Hoe krijg ik in drie kwartier een goede uitgebalanceerde les voor kleuters?

S. De aandacht spanne van kleuters is erg kort. Een kwartier is ook vaak het maximum wat ze kunnen opbrengen, daarna gaat de aandacht toch weer uit naar elkaar. Ondanks een jaar met deze klassen soms nog af en toe een worsteling.

T Veel te vaak duren dingen langer dan ik wil en juist nabespreken schiet er bij in. Terwijl ik het belangrijk vindt dat kinderen vertellen en reflecteren.

A Ik merk dat er door een strakkere structuur meer contact kan zijn met de kinderen. Experimenteer nog wel met de ruimte, soms alle banken en stoelen aan de kant, maar juist dat zorgt vaak voor meer onrust dan netjes zitten aan de tafel. Zitten op de grond is volgens Hanneke Poot-van der Windt de een manier om geen energie te verliezen aan hoog op een grote stoel zitten.( maar aan tafel zitten zorgt dus wel voor meer focus en rust ) Ik heb wel vaste rituelen bij binnenkomst en een vast ritme. Ik begin pas met stilte en volledige aandacht voor mij. Maak afspraken over gedrag ( elke keer weer ) Ik bedenk een les wel uitdrukkelijk met het tijdschema, drie keer een kwartier in mijn achterhoofd.

R Met een duidelijke structuur weten de kinderen waar ze aan toe zijn, ook bij de abstractere lessen. Lessen waar minder instructie voor nodig zijn geeft ruimte aan de kinderen om al werkend te vertellen wat ze aan het maken zijn.

R Zes klassen per dag dus gedurende de dag probeer ik een les uit en stel hem bij indien nodig. Ik durf mijn Ideeën ook overboord te zetten. Wat er wel voor zorgt dat ik zelf af en toe flinke onrust heb, omdat ik dingen blijf veranderen, soms op de ochtend zelf. Onrust bij mij wordt natuurlijk ook overgenomen door de klas. Als ik precies weet wat ik wil, weet de klas het vaak ook wel…





3 Hoe vind ik aansluiting bij de belevingswereld van groep 1 en 2 ?

S Kleuters delen eigenlijk continue wat ze leuk vinden. Vakliteratuur over fase ontwikkelingen bij kleuters geeft veel info in combinatie van het bevragen en luisteren van de kinderen zelf. Heb noodgedwongen drie gezamenlijke lessen “schoolkunst” voor een project met collega gedaan en merk dat kinderen daar veel minder vrij op reageren.

T Ik wil iets meer lessenseries maken, lessen met een vervolg zodat eindresultaat meer “duurzaam” en minder vluchtig is.

A Ik heb onderzoek gedaan naar vrijheid van handelen geïnspireerd door het werk bij de Aanschouw. Een altijd maar groeiend schilderij, laag na laag. Ik heb voor elke klas een canvas geprepareerd. Elke week mogen twee kinderen uit de klas het doek te lijf gaan. Niets moet en ze zijn vrij om te doen wat ze willen. Hoewel ik wel enigszins stuur in de aangeboden materialen en tijd.

R Het werkt goed er ontstaat vrij snel eigenaarschap en intrinsieke motivatie om ook aan de slag te gaan. Er wordt gekliederd en getekend, naar behoefte en raakt ook al het volgende punt differentiatie . Ieder kind werkt op zijn eigen niveau.

R Hier meer dan tevreden over, volgend jaar weer zes doeken. Misschien nog meer materialen toelaten.
Aansluiting is er, nu een stap verder. Aangepaste leervraag nu, hoe maak ik lessen die bij de behoefte en niveau van de kinderen passen en toch uitvoerbaar zijn?






4 Welke methodes in differentiatie kan ik gebruiken en toepassen voor groepen.

S Vooral bij kleuters blijft het jongleren, moeilijk om tijdens de les de aandacht te kunnen verdelen tussen degenen die extra instructie nodig hebben, degenen die aandacht nodig hebben of degene die staan te stuiteren van energie waar ook op geacteerd moet worden. Ik heb geen stagièr of hulpmoeders.

T Vygotsky’s zone van de naaste ontwikkeling’ hou ik altijd in het oog. Wat kan het kind zelf, wat kan het kind met een ander uitvoeren. Ik probeer wel altijd meerdere ontwikkelingsdoelen voor een opdracht te bedenken. Dat er wel een mogelijkheid tot verdieping is.

A Onlangs een nieuw jongetje in de klas dat geen woord Nederlands sprak, de hele instructie voor iedereen in fantasie taal gedaan. Intuïtie is erg belangrijk om geïnternaliseerd kennis adequaat toe te passen. Experimenteer nu met wat abstractere kunsteducatie en ben er achter dat juist dit soort lessen het makkelijk toelaten om te verbreden en te verdiepen voor kinderen waar nodig. Als er niet teveel instructie tijd is kan er sneller op het object en de betekenis gaan. Ik hoor bijna nooit “meester dat kan ik niet” terwijl ik dat de eerste maanden nog regelmatig hoorde. Ik stel gefaseerde doelen, beetje voor beetje, niet teveel tegelijkertijd.

R Ik ga als ik tijd heb wel tijdens pauze op het schoolplein zitten om één op één momenten in de eigen tijd van het kind te hebben. Ze weten me heel goed te vinden. De kleuters werken bij mij ook vaak samen en leren van elkaar ( groep 1 en 2 zitten door elkaar ) Ik zorg voor een plek van vertrouwen en fouten maken en falen hoort erbij en is niet erg.

R Leuk is dat de kleuters zelf al differentiëren, door bijvoorbeeld zelf al dingen op grootte rangschikken of op kleur sorteren als ze de opdracht te simpel vinden. Soms moet ik misschien niet zo mijn best doen en vertrouwen op de basis van mijn lesplan en hoef ik me geen zorgen te maken over klassenmanagement.
Leervragen reflectie stage
Conclusie.

De casussen en reflecties zijn representatief voor de afgelopen periodes en huidige periode. Mijn leerplan en doelen zijn onderverdeeld in hoofd thema’s. Klassenmanagement en differentiatie en hoe authentieke kunsteducatie zich tot het aanleren van vaardigheden verhoud. Onderzocht waar verantwoordelijkheid voor ontwikkeling van de kinderen ligt en of je op afstand verbetering kan aanbrengen in vaardigheden.
Ik heb het gevoel dat ik de afgelopen maanden een flinke sprong heb gemaakt en de juiste balans heb gevonden, dus wel dezelfde leervragen en misschien voor altijd, maar er zit wel absoluut een groei in.
Het werken met kleuters is behoorlijk intensief en vergt behoorlijk veel improvisatie en aanpassingsvermogen en klassenmanagement blijft een aandachtspunt. Ik ben erg verbonden met “mijn” kinderen en wil ze op alle fronten vooruit helpen. Juist met kunsteducatie.
Lijkt me een goed idee om ideeën uit kleuter gym over te nemen voor kunst educatie. Kleine materialen worden aangeboden voor motorische oefeningen. WC rolletjes, foam slangen, bierviltjes. Natuurlijk ook ideaal voor kunstonderwijs.
Ook goed idee om ook eens te experimenteren met "hoeken" div. materialen technieken.

Göring- Lamers, A. en ten Napel-Schuring, F. ( 2001). Kleutergym met alternatief materiaal. Meppel: Edu’Actief.
Marijke Van Genechten
Professionele bachelor onderwijs: secundair onderwijs lichamelijke opvoeding en bewegingsrecreatie
Academiejaar 2006 - 2007

http://www.sports-media.be/links/motorische-ontwikkeling-stimuleren-bij-5-jarige-kleuters.pdf

Uitgever: Prometheus
Auteur: Lale Gül
Nederlands Paperback 9789044646870 Druk: 1 februari 2021 304
Auteur: Rutger Bregman N.v.t.
Nederlands Paperback 9789082942187 Druk: 1 september 2019 528 pagina's
Auteur: Iliass El Hadioui
Nederlands Paperback 9789461644022 Druk: 5 oktober 2015
Auteur: Aline van Nereaux Filip van de Velde
Nederlands Hardcover 9789463931595 Druk: 1 maart 2020 320 pagina's
Auteur: Gert J.J. Biesta Gert J.J. Biesta
Nederlands Hardcover 9789490120108 Druk: 1 november 2014
Auteur: Rob Martens
Nederlands Paperback 9789401479400 Druk: 1 april 2021 232 pagina's
Emiel Heijnen Melissa Bremmer
Wicked Arts Assignments
Practicing Creativity in Art, Music, Design, Dance
Engels Paperback 9789492095756 Druk: 1 september 2020 280 pagina's
Marion Deuchars
Echte kunst maak je zo
Nederlands Paperback 9789025751494 Druk: 1 juni 2012 224 pagina's
(Bron: Jessica Logan e.a. When Children Are Not Read to at Home. Journal of Developmental Pediatrics online, 20 maart 2019)

(Deel I Hoofdstuk Taal Invloed van de omgeving, Deel II Hoofdstuk Kinderboeken Van huis uit)

Kleuters zijn geen schoolkinderen
SIENEKE GOORHUIS-BROUWER."kleuters zijn geen schoolkinderen" 18-04-2016 Didactief https://didactiefonline.nl/blog/blonz/kleuters-zijn-geen-schoolkinderen
Mijn onderzochte netwerk in Bospolder- Tussendijken. Allemaal in een kleine cirkel om mijn woongebied.
Maartje Bakker De jongste kinderen zitten gemiddeld 90 minuten per dag achter een scherm.Volkskrant 15 april 2022.
https://www.volkskrant.nl/wetenschap/de-jongste-kinderen-zitten-gemiddeld-90-minuten-per-dag-achter-een-scherm-dat-is-te-veel-volgens-alle-adviezen~b85f692f/
Talentontwikkeling leidt tot ongelijke kansen 16 juni 2022 Paul Pos Science guide.

https://www.scienceguide.nl/2022/06/talentontwikkeling-leidt-tot-ongelijke-kansen/?fbclid=IwAR0ATKPVMo3LdvKdHsJ2Pa6nJCuuGHy3zjrwaj7pGj8-ljXpMVsd9Jkp98Q

Bevestiging van idee dat zonder aanleren vaardigheden ongelijke kansen blijven bestaan. Dus al VOOR er sprake kan zijn van "aangeboren" talent eerst vaardigheden aanleren.
16 juni 2022 | In het Nederlandse onderwijs is talentontwikkeling bijna uitsluitend gericht op taal- en rekenvaardigheden. Heeft een kind daarentegen talent voor bijvoorbeeld schilderen, dan is het afhankelijk van het aanbod van buitenschoolse begeleiding. Dat aanbod verschilt echter sterk per regio. Zo leidt de huidige invulling van talentontwikkeling op meerdere manieren tot kansenongelijkheid, betoogt Paul Pos van de Willem de Kooning Academie. "Door te suggereren dat het onderwijs met aandacht voor talentontwikkeling iedereen gelijke kansen biedt, maskeert het juist een systeem van ongelijke kansen."